Claassen

Over de (on)rechtmatigheid van de vermeende naheffingsaanslag van de Belastingdienst aan Acon is nimmer enige duidelijkheid verkregen. Mede op deze vermeende naheffingsaanslag zijn de vonnissen door rechter Van den Heuvel rechtbank Breda in 2005, door raadsheer/rechter Harmsen van gerechtshof in 2008 en rechter Engel rechtbank Breda in 2011 in Breda gebaseerd. Bij belastingrechter Engel is de betwisting van de vermeende naheffingsaanslag die aan Acon is uitgebracht tijdens de zitting van 19 november 2008 uitvoering gemotiveerd.

Het is onbegrijpelijk dat geen enkele rechter curator Claassen heeft opgeroepen om gehoord te worden om duidelijkheid te verkrijgen over de (on)rechtmatigheid van de vermeende naheffingsaanslag.

Curator Claassen bevestigt dat op 7 november 2001 Acon in staat van faillissement is komen te verkeren en dat dit faillissement op 6 november 2003 is opgeheven.

Rechter Engel van de rechtbank Breda heeft wel de moeite genomen om curator Claasen schriftelijk om duidelijkheid te verzoeken. Dit naar aanleiding van brieven van curator Claassen aan de Belastingdienst op 7 en 28 september 2004, bijna een jaar na de opheffing van het faillissement. Daarin stelt curator Claasen dat hij op 7 en 28 september 2004 niet bekend was met een vordering van de Belastingdienst op Acon.

Omdat op 24 september 2004 de rechtbank Breda in het kort geding, dat door ESP Consultancy is aangespannen, een voor de Belastingdienst negatief vonnis uitsprak, is de datum van 27 oktober 2003 op de vermeende naheffingsaasnlag aan Acon wel heel erg toevallig. De indruk heeft postgevat dat hier sprake is van valsheid in geschrifte en de datum is geantedateerd.

Het is vreemd dat de adressering op een kopie van deze vermeende aanslag aan Acon tekstueel afwijkt. Daaruit worden afgeleid dat de Belatingdienst in Breda deze vermeende naheffingsaanslag aan Acon zelf heeft opgemaakt en deze naheffingsaanslag niet via de formele kanalen, dus via de centrale computer in Apeldoorn, is uitgebracht.

De Belastingdienst heeft nimmer de rechtmatigheid van deze naheffingsaanslag aan kunnen tonen en ook cijfermatig op 5 december 2012 bij het gerechtshof te Den Bosch niet kunnen bewijzen. Daarop heeft de Belastingdienst de aansprakelijkstellingen die uit deze vermeende naheffingsaanslag zijn uitgebracht, op 12 februari 2013 ingetrokken.